Uit 't Zuiden

Het kersttoernooi van BOG - editie 2018

cartoon biljarter

21-12-2018 Column
Auteur: Kees de Vreugd

Gisterenavond kende het kersttoernooi van biljartvereniging “Ons Geluk” voor de tweede maal in haar luisterarme geschiedenis een terechte winnaar. Met achtentachtig caramboles uit dertig beurten, ben ik boven mezelf uitgestegen. Ik zeg “boven mezelf uitgestegen”, omdat boven de rest van dat stel geriatrische losers uitstijgen nauwelijks een prestatie genoemd mag worden en ik me daarom er niet te uitdrukkelijk op voor wil staan.

Een en ander ging niet zonder slag of stoot, want voorzitter Joop heeft het creatief boekhouden na zijn pensionering niet opgegeven en uitgerekend Joop heeft zich de verantwoording voor het bijhouden van de scorekaarten toegeëigend. Ervaringen uit het verleden hebben me geleerd dat je die ouwe snierikerd goed in de gaten moet houden, want voor je het weet schrijft ie er twintig te weinig. Of teveel, afhankelijk van wat je hem hebt betaald. Mispunt. Dit jaar is het hem niet gelukt, want ik heb ‘m de hele avond als een havik in de gaten gehouden en waar nodig een corrigerende tik uitgedeeld.

Achtentachtig caramboles waren genoeg om het speelveld ver achter me te laten.

“Een afgetekende overwinning”, noemde jeugdtalent Timo Broeils het. Dit was de eerste keer dat ik wat zinnigs uit die incourante grote waffel hoorde komen.
Terwijl Andre van Vugt en Pim van Breugel tot op het bot gemotiveerd, maar met een stuitend gebrek aan talent, mijn prestatie probeerden te evenaren, kwam Alex Boeve binnen zwalken, met Swiffer in zijn kielzog. Het liep al tegen het einde van de avond, want hij was gisteren jarig en vond het nodig om het feit dat hij de wereld met zijn aanwezigheid alweer een jaar had belast te vieren. Zijn gebruikelijke aplomb verdween als sneeuw voor de zon toen hij mijn score zag. Zijn ogen sperden zich wijd open en hij was op slag nuchter. Een staat waarin ik hem niet eerder heb mee mogen maken.

“Wa sjouwde gij ammel?”
“Ga maar weer naar huis en neem die oversekste, rafelige cavia van je mee.” Tommy was dolblij me te zien (wat wil je, met zo’n baasje) en was druk doende met droge heupstoten mijn linker-broekspijp te onteren.

Alex probeerde het niet eens meer. Hij stond als aangeschoten wild, zonder ook maar een sprankje hoop of bezieling een navenante “prestatie” aan het biljart te leveren. Deze keer hoefde tenminste niemand hem van een verdrinkingsdood in een grote pan saté-saus te redden. Pluspuntje. Hij werd door pure wanhoop overeind gehouden. Dat klinkt onlogisch, maar zo’n avond was het. Dat hij nog een ver verwijderde tweede plaats wist te veroveren zegt niks over hem en bedroevend veel over de rest.

Aanvankelijk leek het erop dat de prijsuitreiking zonder noemenswaardige incidenten zou gaan verlopen, tot Peter Moerman, de winnaar van vorig jaar, tijdens de plechtigheid moeilijk afscheid bleek te kunnen nemen van de wisselbeker. Hij griste hem uit Joops handen en trok een spurt richting uitgang, daarbij vol verbazing gadegeslagen door de rest van de leden.

Piet Teuling reageerde voor zijn doen behoorlijk alert en tackelde de voortvluchtige nog net voor de klapdeuren. Peter en Piet belandden met een doffe klap op de kokosmat bij de uitgang. Peter wurmde zich los en met de beker in een “death grip” zocht hij dekking half onder, half achter een decoratieve ladekast. We lokten hem met in pindasaus gedoopte stukjes stokbrood uit zijn schuilplaats, sloegen hem voor zijn eigen bestwil met het dikke eind van een keu buiten westen, en wrongen de bokaal uit zijn handen.

Met dat uit de weg sloeg de sfeer niet zozeer om, maar leek zich te verdiepen tot iets grimmigers.

De meute roerde zich. Een aantal spelers eisten van Joop hun smeergeld terug. Onder luid boegeroep gooide een tot het uiterste getergde voorzitter de bokaal naar mijn hoofd. Gelukkig mikt Joop net zo goed als hij schrijft, want hij miste mijn glunderende hoofd en raakte die van de uitbater. Intussen wist Piet Nieuwenhuizen na een fles jonge klare van de wereld niks meer, maar trachtte niettemin in incoherente zinsfragmenten de rest van het gezelschap ervan te overtuigen dat er sprake was van doorgestoken kaart. Het klonk als “doorgeschomumwummumten kwaart” en “valsw spwel!” Hij gleed weg in een door alcohol geïnduceerde semi-coma, maar het kwaad was helaas al geschied.

Andre van Vugt beklaagde zich er luidkeels over dat hij inderdaad uit zijn spel was gehaald door de “opbouwende kritiek” van de toeschouwers. Volgens Timo was het biljart te koud. Piet Teuling voegde beiden toe dat ze niet moesten zeiken. Pim van Breugel gaf ze allemaal gelijk, want hem maakt het niet uit met wie hij ruzie krijgt. Henk Romijn probeerde de boel te sussen door Pim met alle kracht die hij in zijn niet al te imposante lichaam kon vinden een mep te verkopen. Pim knipperde niet eens met zijn ogen en maakte zich zichtbaar klaar voor een passend antwoord.

Dit leek me het uitgelezen moment om me uit de voeten te maken.

Op het moment van dit schrijven weet ik niet of het Verlaat in Almkerk nog overeind staat en/of hoeveel lichamen er al uit het puin zijn geborgen. De lelijkste bokaal aller tijden, nu met een verse deuk in de vorm van een uitbaterhoofd, pronkt op mijn boekenkast. Bij gebrek aan tegenstanders zal ie daar voorlopig nog wel blijven staan. Ik wens de gehavende leden van BOG een goed herstel, een zalige kerst en een goede jaarwisseling toe. Ik hoop oprecht dat er in het revalidatiecentrum een biljart opgesteld staat, want oefening baart kunst en dat kunnen jullie goed gebruiken.